‘Een slechte werker geeft zijn gereedschap de schuld’, zegt een oud spreekwoord. Dat kan waar zijn, maar een goede chirurg heeft zijn gereedschap nodig dat scherp, veilig en effectief is. Heeft u zich ooit afgevraagd hoe deze belangrijke hulpmiddelen voor chirurgie zijn ontstaan?
De geschiedenis van chirurgische instrumenten
Het komt misschien als een verrassing, maar er zijn tekenen dat chirurgen eerder zijn geëvolueerd dan voorheen werd gedacht. Skeletten uit 6500 voor Christus die in Frankrijk zijn gevonden, vertonen tekenen van trepanning. Zelfs Egyptische skeletten vertonen tekenen van een operatie (en leefden daarna nog een tijdje!)
Later plaatsten de oude Grieken gebroken botten, sneden gewonde ledematen af en haalden bloed uit steenpuisten met lancetten en hete kopjes. De Romeinen gebruikten ook gereedschappen om struma's en poliepen te verwijderen. In de Middeleeuwen konden kapper-chirurgen problemen zoals staar en blaasstenen oplossen. Maar omdat ze nog niets van sepsis wisten, stierven de meeste mensen die ziek werden aan infecties.
Voor deze banen moesten vroege ‘chirurgen’ gereedschappen gebruiken. Ze gebruikten wat ze voorhanden hadden, want ze hadden geen roestvrij staal of autoclaven. De eerste artsen gebruikten hun tanden, vingers en vingernagels om hun patiënten te behandelen. Later gebruikten ze vuursteen, andere scherpe stenen en ijzer en staal. Maar het zal je misschien verbazen als je hoort dat vroege chirurgen hun vingers en tanden gebruikten om hun werk te doen. Dit leidde tot de ontwikkeling van meer geavanceerde tools die nog steeds worden gebruikt.
- Gereedschappen zoals chirurgische scharen doen nu het werk dat vingernagels en tanden vroeger deden.
- Klemmen en houders kwamen in de plaats van het knijpen en grijpen met de vingers en duim of het knijpen met de tanden.
- Gereedschap dat incisies en wonden trok en openmaakte, nam de plaats van de vingers in.
- Nu worden in plaats van vingers en tanden nietjes en hechtingen gebruikt om de snijranden van het weefsel bij elkaar te houden.
- In plaats van de mond werden zuig- en opzuiggereedschappen gebruikt om vocht eruit te krijgen.
Nieuwe hulpmiddelen voor chirurgie
Aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw vond er een grote verandering plaats in de manier waarop chirurgische instrumenten werden gemaakt. Vroeger waren de buik, de borst en het hoofd verboden terrein, en om een goede reden. Maar toen chirurgen kennis maakten met anesthesie en asepsis, konden ze ontspannen en aan de belangrijkste delen van het lichaam werken. Toen chirurgen aan nieuwe delen van het lichaam moesten werken, moesten ze nieuwe hulpmiddelen aanschaffen en leren hoe ze de hulpmiddelen die ze al hadden beter konden gebruiken. Chirurgische scharen, chirurgische pincetten, chirurgische pincetten en chirurgische scalpels waren beter, zodat ze zorgvuldiger konden worden gebruikt in de hersenen, de buik en de binnenkant van de borstholte.
In de jaren twintig deed zich nog een grote verandering voor toen chirurgische scalpels met mesjes voor eenmalig gebruik op de markt kwamen. Ze werden al snel de populairste manier om messen scherp te houden en het risico op ziekte te verkleinen. Rond het midden van de 20e eeuw werden nieuwe materialen gevonden die gebruikt konden worden om chirurgisch gereedschap te maken. Staal was nog steeds het populairste materiaal voor chirurgische instrumenten, maar chroom, titanium en vanadium werden populair voor het maken van lichtgewicht, duurzame en nauwkeurige chirurgische instrumenten. Microchirurgische procedures in de oogheelkunde, neurologie en otologie werden mogelijk toen titaniumlegeringen werden gebruikt om kleine maar sterke chirurgische instrumenten te maken.
De nieuwste verbeteringen in chirurgische instrumenten
Enkele van de belangrijkste veranderingen in chirurgische instrumenten vonden plaats aan het einde van de 20e eeuw. Eerst kwamen elektronische chirurgische instrumenten, zoals endoscopisch en laparoscopisch, elektrocauterisaties, echografie, elektrische chirurgische scalpels, arthroscopische scheerapparaten en andere aangedreven chirurgische instrumenten. Vervolgens zagen artsen hoe krachtig het zou kunnen zijn om computers te gebruiken tijdens operaties. Bij hartchirurgie, neurologie, urologie, gynaecologie en thoracale chirurgie wordt steeds vaker gebruik gemaakt van computergestuurde endoscopische chirurgie. Wanneer computers worden gekoppeld aan speciaal vervaardigde chirurgische instrumenten, kan de chirurg in een kleine ruimte werken en dingen doen die met de menselijke hand alleen niet mogelijk zijn.
Wat is de toekomst voor chirurgische instrumenten?
Het is moeilijk te voorspellen wat er in de toekomst zal gebeuren, maar veel mensen denken dat robots de operatiekamers zullen overnemen. Robotondersteunde chirurgie wordt steeds gebruikelijker in de VS, en chirurgen ontdekken nog steeds hoe nuttig dit kan zijn.
Hoewel tanden en nagels in het verleden door ‘chirurgen’ werden gebruikt, is een door robots ondersteund chirurgisch scalpel nog steeds gebaseerd op wat ze deden. Hoewel robots chirurgische instrumenten verbeteren, hebben ze nog steeds veel te danken aan de eerste mensen die ze gebruikten.